Kinderen wonen bij moeder, toch krijgt vader kinderalimentatie

Kind en moeder

Op het eerste gezicht lijkt het onredelijk: de kinderen hebben hun hoofdverblijf bij de moeder en de moeder betaalt alle extra kosten van opvoeding en verzorging, maar toch moet zij volgens de rechtbank kinderalimentatie betalen aan de vader (ECLI:NL:RBROT:2015:9829).

Casus

Wat is de casus? De moeder is hoofdkostwinner en heeft een inkomen van ongeveer € 6.000 netto, de vader heeft een inkomen van rond de € 1.000 netto per maand. De kinderen zijn ingeschreven op het adres van de moeder en gaan gemiddeld drie dagen per week naar de vader. Volgens de tabellen van het Nibud is, na aftrek van de kinderbijslag, dan het eigen aandeel van de ouders in de kosten van opvoeding en verzorging voor drie kinderen € 1.848 per maand. Moeder betaalt daarnaast alle extra kosten, zoals de opvangkosten en de schoolkosten, die de rechtbank heeft vastgesteld op € 618. Het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen bedraagt in dit geval dus € 2.466. De moeder ontvangt de kinderbijslag:  ongeveer € 230 per maand voor drie kinderen.

Kinderbijdrage vader

Heeft de vader in zo’n situatie ook nog recht op een kinderbijdrage te betalen door moeder? Ja, zegt de rechtbank, want de vader heeft onvoldoende draagkracht om de kosten van de kinderen te betalen gedurende de drie dagen per week dat de kinderen bij hem zijn. Deze kosten worden als volgt berekend:

Zorgkorting

Allereerst stelt de rechtbank de zogenaamde ‘zorgkorting’ vast. De zorgkorting is dat deel van de kosten van de kinderen dat voor rekening van de vader komt (verblijfskosten) en de hoogte is afhankelijk van het aantal dagen dat de kinderen bij hem zijn. Als de kinderen drie dragen bij vader zijn, bedraagt de zorgkorting 35% van het eigen aandeel van de ouders maar dan zonder rekening te houden met de extra kosten, omdat moeder kosten voldoet. De rechtbank komt dan uit op een bedrag van 35% van € 1.848 = € 647 per maand.

Andere manier van rekenen

Is het redelijk om ervan uit te gaan dat de vader daadwerkelijk € 647 besteedt aan de kosten van de kinderen? Volgens een andere manier van rekenen, die de rechtbank tot voor kort hanteerde, werd uitgegaan van een bedrag van € 5 per dag voor dagelijkse kosten zoals voeding e.d. Deze ouders hebben drie kinderen en deze kinderen zijn drie dagen per week bij vader. Volgens deze norm is de vader dus per maand € 195 kwijt aan dagelijkse kosten. Daar komen nog de kosten bij die de ouders elk reserveren voor vakantie, waarbij het Nibud een percentage hanteert van 6% van de totale kosten voor kinderen -in dit geval dus 6% van € 1.848 (eigen aandeel) + € 230 (kinderbijslag) = € 2.078 maar exclusief de extra kosten. Dit betekent dat de man € 124 per maand zou moeten reserveren voor vakantie met de kinderen.

‘Dubbele’ woonlasten

Bij een gelijke, of nagenoeg gelijke, verdeling van de zorg zullen beide ouders moeten beschikken over een geschikte woning waarin ook plaats is voor de kinderen.  Er is dan sprake van ‘dubbele’ woonlasten. Het Nibud rekent ook voor deze extra lasten met een percentage, namelijk 16% van de behoefte van de kinderen (zonder kinderbijslag en zonder bijzondere kosten). De vader in ons geval zou dan een bedrag van € 295 (16% van € 1.848) aan extra woonlasten hebben.

Volgens de Nibud-normen zouden de kosten van de vader voor het verblijf van zijn kinderen gedurende gemiddeld drie dagen per week dus in totaal € 614 per maand bedragen:  € 195 voor dagelijkse kosten, € 124 reservering vakantie en € 295 voor woonlasten. Als het inkomen van de vader € 1.000 netto is, is de conclusie snel getrokken: de vader is niet in staat deze kosten te voldoen, en het is dus redelijk dat de moeder ook bijdraagt in deze kosten.

Oordeel rechtbank

Het oordeel van de rechtbank is dus niet onredelijk, ook al leek dat op het eerste gezicht wel het geval. Mijns inziens draagt inzicht in de opbouw van de kosten van de kinderen er eerder aan bij dat de moeder de uitkomst van de berekening zal accepteren dan als er alleen maar een rekenformule wordt toegepast. Hier ligt een taak voor zowel rechtbank als advocaten.

Overigens had de vader in deze zaak minder gevraagd dan € 647 en daarom heeft de rechtbank de kinderalimentatie op een lager bedrag bepaald.

11 februari 2016