Rupsje-nooit-genoeg

Geld

Curatele, bewind en mentorschap zorgen bij familierechtelijke zaken vaak voor onverwachte perikelen. Veel familierechtelijke handelingen zoals trouwen, scheiden of het erkennen van een kind, zijn zeer persoonlijk. Soms kan iemand die handelingen nog wel verrichten, ondanks zijn curatele of bewind. Het hangt er dan met name van af, of men zich nog realiseert wat men doet en de gevolgen daarvan kan overzien. Maar over de financiële aspecten van die handelingen mag men niet meer zelf beslissen.

Onder curatele staan

Als men onder curatele staat, kan de curator bijvoorbeeld geen echtscheidingsprocedure starten. Dat kan vervelende consequenties hebben. Zo was er een geval, waarbij de (veel jongere) echtgenote het vermogen van haar man er doorheen joeg. Zij was daar al enige jaren mee bezig, voordat de man eindelijk op initiatief van verontruste familieleden onder curatele werd gesteld. De vrouw wilde niet scheiden, dus de curator zorgde voor de beëindiging en de verdeling van de gemeenschap van goederen. Een deel van het vermogen kon zo gered worden van rupsje-nooit-genoeg, zoals de vrouw ondertussen door de familie werd genoemd.

Stijging

Het aantal volwassenen dat onder een vorm van bewind staat, stijgt gestaag. In 2017 was er sprake van maar liefst 326.100 mensen. Vergrijzing speelt een grote rol bij deze stijging. Voor volwassenen kennen we de curatele, het bewind en het mentorschap die door een rechtbank kunnen worden opgelegd. Een bewindvoerder regelt alleen financiële zaken, de mentor alleen persoonlijke zaken zoals verpleging en medische behandeling. De curatele is het meest omvattend; een curator regelt zowel de persoonlijke als de financiële zaken van de curandus.

11 maart 2019